Nieuws

|

Beklimming

|

Team

|

Foto's

|

Partners

|

Gastenboek












Nieuws



      

13 augustus, 16u: Genieten in Nederland + dankwoord

Eergisteren zijn wij geland op Schiphol en werden verwelkomd door familie, enkele vrienden en sponsors.

Wat hebben wij uitgekeken naar dit moment de laatste weken! Na op Schiphol met iedereen nog wat gedronken en een klein hapje gegeten te hebben, vertrokken wij huiswaarts. Wat heerlijk om weer thuis te zijn! En te genieten van alle luxe die we in Nederland gewend zijn: de krant, de douche, verse levensmiddelen zoals groenten, fruit en vis. Maar vooral enerverend om ons dagelijkse leven hier weer op te pakken. Het is fantastisch om op expeditie te gaan, maar het is nog veel fijner om weer thuis te komen. En helemaal als je de top (of in ons geval een van de toppen) op zak hebt.

Het jaar 2004 zal de geschiedenis in gaan als een zeer lastig klimseizoen in de Pakistaanse Karakoram, met zeer slecht weer en veel sneeuw. Ondanks dat, is het gelukt de top van de Gasherbrum I te halen. Daar zijn we blij mee en we zijn ook trots op deze prestatie. Tegelijkertijd zijn we triest, dat tijdens onze topdag een van de klimmers is omgekomen door een val. Hoewel we Jose nauwelijks kenden en hij onvoorzichtig gehandeld heeft, blijft het een vreselijk ongeval. Het toont wederom aan hoe gevaarlijk hoge bergen zijn en hoe voorzichtig je moet zijn, vooral als je uitgeput bent na de top.

We zijn dankbaar dat wij gezond en veilig terug zijn, met familie en vrienden in de buurt.

Afsluiting en dankwoord
Deze Dutch Gasherbrum Expedition 2004 was niet mogelijk geweest zonder de ondersteuning van een aantal mensen en bedrijven. In dit laatste bericht willen wij hier even bij stil staan. Ten eerste willen wij Raymond Koome bedanken, onze webmaster. Hij heeft deze website (samen met zijn vrouw Yolanda) ontworpen en onderhouden. En niet te vergeten elke week voor een Nieuwsbrief gezorgd. Raymond woont met zijn gezin in Spanje en met name rond de topdagen was hij veel onderweg in Europa, waardoor het een hele toer was om de site direct met onze nieuwe berichten te updaten. Hiervoor zijn heel wat krachttoeren uitgehaald!

Verder willen we de sponsors bedanken, voor het vertrouwen, de samenwerking en voor de daadwerkelijke ondersteuning. Specifiek willen wij onze drie grootste financiele sponsors noemen: YACHT, Kathmandu Outdoor en Weleda. Daarnaast zijn wij expliciete dank verschuldigd aan de bedrijven die ons voorzagen van de communicatieapparatuur: HP (laptops en fotocamera's), KPN (telefonie) en Xantic (digitale datatransfer met de Regional BGAN) en niet te vergeten ECN (zonnecellen). Zonder hen, was het niet mogelijk geweest de berichten en foto's van onze expeditie op deze site te plaatsen.

Tot slot willen wij jullie, de lezers van deze site, bedanken voor de interesse en voor alle (bemoedigende) woorden en felicitaties. Voor ons was dit een motivator tijdens de afgelopen weken. Nogmaals: heel veel dank hiervoor en wie weet, tot een volgende expeditie.

Henk Wesselius en Katja Staartjes





    
Genieten in Nederland + dankwoord

5 augustus, 20u: Terug in de bewoonde wereld

Terug in het leven, zo voelt het, de laatste dagen.

Eerst op 3 augustus gras en bloemen. Gisteren kwamen daarbij: bomen en struiken (met daarbij een heerlijk kruidige geur!), vogels, schapen, geiten, kippen en de eerste hutjes. Meer zuurstof in de lucht en een hogere temperatuur, dat zijn de ingrediënten die nodig zijn voor het leven. Nu zijn we zelfs terug in de 'echte bewoonde wereld': het dorpje Hushe, op 3050 m. Vanaf hier gaan wij morgen met de jeep naar Skardu.

Maar nu even terug naar de afgelopen dagen, naar onze trektocht terug, die startte op 2 augustus, conform planning. De dragers waren goed op tijd de eerste augustus, en daar waren we dolblij mee. De Spanjaarden waren heel wat minder fortuinlijk: nog geen drager te bekennen op 2 augustus vroeg, toen wij vertrokken. Pas de volgende dag zouden de eerste porters om 19 uur komen opdraven, maar veel te weinig in aantal.

Totaal arriveerden voor onze expeditie het volledige aantal, 23 dragers, waarvan er 6 met ons meeliepen richting de pas Gondogoro La. De overige 17 dragers gingen met de rest van de bagage via Concordia (als de heenweg) terug naar Skardu. Helaas had het in de nacht voor vertrek opnieuw gesneeuwd en ook vertrokken we met neerslag. Heel triest, niks gedag zeggen tegen de G1. Het zicht was zeer beperkt met zeer laaghangende bewolking.

Op 2 augustus overnachtten we als eerste in Ali Camp (4800 m). De gehele route naar deze plek verloopt over de gletsjer. Als eerste moesten we hiervoor de Upper Baltoro Gletsjer oversteken, wat nog niet meeviel met alle ijspieken en waterstromen die hier doorheen liepen. Het ging allemaal best, maar ik was hier mentaal duidelijk niet goed op voorbereid. Dus het tochtje viel me daardoor ook zwaar. Heel raar is dat, ik had zoiets: "de beklimming is gedaan, het gevaar is geweken, en nu wil ik geen enkel risico meer lopen". Daarnaast was het voor mij deze dag ook afzien, omdat ik op de een of andere manier duidelijk de top van de G1 nog in mijn benen had zitten. Of het nog melkzuur geweest kan zijn weet ik niet (na de afdaling van de top hebben we immers praktisch geen meter meer gelopen), maar de dag erna was het gelukkig weg, en was ik weer fit.

Die hele eerste trekkingdag bleef het slecht weer en we kwamen met sneeuw aan in Ali Camp. Niks mooi zicht op Chogolisa, waar o.a. Harry Kikstra nu nog aan het klimmen is. Dus ook geen ontmoeting met zijn team. Wat een vreselijk kamp dat Ali Camp: klein en vies: overal afval en het stonk er zelfs.

3 aug: Over de Gondogoro La (5700 m) naar Huspang (4700 m)
Het werd een korte nacht in dit kamp: al om 24 uur ging de wekker, opdat we vervolgens even voor 2 uur vertrokken richting de pas Gondogoro La (5700 m). Het had de hele avond gesneeuwd, dus het was even de vraag of we wel konden vertrekken. We, dat waren wel 40 mensen! Wat een drukte! Dat waren we helemaal niet meer gewend. Het eerste stuk naar de pas gaat over de min of meer vlakke gletsjer. Het spoor was goed, want we vertrokken bepaald niet als eersten. Maar naarmate we de pas naderden, zaten we uiteindelijk praktisch vooraan in het peleton, en zagen toen dat het voorste drietal fors moest sporen in de verse sneeuw die er weer in een dag gevallen was. Het voorste drietal werd gevormd door het "Hushe Rescue Team", dat hier iedere dag de kop neemt. Zij zorgen ook voor de vaste touwen aan beide kanten van de pas. Een commerciele aangelegenheid. Elk team betaalt het Hushe Rescue Team voor deze service (2500 Rs voor 2 personen, wat overeenkomt met ca. 35 euro!).

De klim naar de pas vonden wij absoluut niet lastig: nergens wordt de klim echt steil. Met de afdaling lag het anders. We kwamen in een vliegende storm terecht op de pas. Dus helaas zagen we helemaal niets van het hier kennelijk prachtige uitzicht. De eerste 200 meter in de afdaling zagen we geen hand voor ogen (de sneeuw straalde horizontaal in je gezicht) en verder was het toch behoorlijk steil (zeker 50 graden) en daarnaast was alles onder de verse sneeuw verijst. Het was dus zeer behulpzaam, dat hier een vast touw hing. En ik was blij dat ik een pickel en gordel had meegenomen. Gewoon voor de zekerheid een karabiner kunnen inklikken geeft een goed gevoel: een uitglijder betekent dan niet direct dat je onderaan de berg ligt. Ik was overigens de enige in ons team met een gordel, maar dat interesserde me niets. Voor mij geen risico meer deze tocht. Punt uit. De dragers hadden een heel eigen manier van afdalen hier: gaan zitten in de sneeuw/op het ijs en dan aan de touwen gaan hangen met twee handen en dan jezelf maar laten glijden. Ik verbaas me er nog over dat geen van hen bevriezingen heeft opgelopen in deze afdaling, gezien hun zeer gebrekkige kleding en schoeisel.

Ook na de vaste touwen moesten we allemaal nog verdomd goed opletten. Het pad was smal, met sneeuw en ijs op de rotsen en in een steile traverse. Pas een half uur later konden we opgelucht ademhalen. Ja, ook dit was goed gegaan. Hoe lager we kwamen, hoe meer zicht we kregen. En om 8.30 uur waren we in ons kamp, Temidden van het gras en ruim onder de 5000 meter. Wat een heerlijkheid!

We stelden Sahid, onze nieuwe gids op deze terugtocht, voor om deze dag nog door te lopen naar het volgende kamp of een tussenkamp, zodat we een dag eerder in Hushe zouden arriveren. Maar hij was niet voor dit idee te porren. Helaas. We hadden het van te voren ook al bij Amir geprobeerd, maar ook toen hadden we al nul op dit verzoek gekregen. Heel jammer, want uiteindelijk zouden we concluderen dat deze tocht gemakkelijk in 3 dagen (als je je kwaad maakt zelfs in 2 dagen) te doen is. Dus we deden verplicht relaxed de rest van de dagen.

Overigens was het deze dag wel bijzonder leuk om een tweetal voor ons Nederlandse bekenden te treffen: Evert Wesker (met wie ik in '98 op Cho Oyu klom) en Anneke Nooy, de zus van een vriend van ons, Henk Nooy. Zij vormden met nog twee anderen een trekkinggroep van Snow Leopard Adventures, het bedrijf van Rene de Bos, met wie wij een warme band hebben (zij regelden voor onze expeditie de vlucht). Wij werden door deze Nederlandse groep uitgenodigd voor een high tea, en konden uitgebreid bijpraten en ervaringen uitwisselen.

4 aug: Verder afdalen naar Shaitshcho (3400 m)
In de regen en met nul zicht vertrokken we om 8.30 uur. Fantastisch uitzicht zou je hier moeten hebben, maar we zagen de hele dag niets. Een tochtje zonder problemen, al was het stuk over de gletsjer veel langer dan we dachtten. Sahid had gezegd: nog een half uur over de gletsjer en dan komen we op een normaal pad. Wel dat half uurtje werd wel 2 uur, een behoorlijke tegenvaller, want we hadden het helemaal gehad met ijs (gladheid), spleten en morene.

De tocht erna was prachtig, vooral toen we lager kwamen en we voor het eerst weer in de vegetatie kwamen. Zonde werkelijk, dat het wederom slecht weer was en we niets zagen van de toppen om ons heen. In het nieuwe kamp (14 uur), prachtig vlak gelegen in het groen, klaarde het weer eindelijk op in de loop van de middag.

5 aug: Laatste stuk lopen naar Hushe (3050 m)
Een relaxte en mooie tocht over een goed pad. Binnen de drie uur zaten we al in Hushe, waar we dus de rest van de dag vrij hadden (helaas, de jeeprit staat pas voor morgen gepland). We genoten van een lunch met zeer verse kip (een uur ervoor geslacht) en merken nu goed hoeveel behoefte we aan eiwitten hebben.

Morgen rijden we naar Skardu, waar we voor het eerst sinds lange tijd weer een douche kunnen nemen en in een gewoon bed kunnen slapen. Wat een vooruitzicht! Hopelijk is dan ook de rest van de bagage (de tonnen) daar gearriveerd. Er zijn namelijk nog wat spullen die we willen schenken aan Amin en Baig en enkele materialen willen we aan de man brengen in Skardu (bijv. Engelse boil-in-the-bag maaltijden), omdat het onzinnig is dit mee terug te nemen naar Nederland.

Daarna zullen we via de Karakoram Highway in twee dagen terugrijden naar Islamabad. Op 11 augustus staat de vlucht naar Schiphol geboekt. Dan is dit avontuur weer ten einde. Wij zullen ons vanuit Nederland op 13 augustus voor een afsluitend bericht voor het laatst via deze site melden.





    
Terug in de bewoonde wereld

31 juli, 12u: Wachten op de dragers

Het basiskamp is volledig aan het leegstromen: met uitzondering van een pas gearriveerde Franse ploeg keert iedereen huiswaarts. Alle ploegen die voor ogen hadden de twee Gasherbrums te beklimmen, hebben dit plan in rook zien opgaan. Ook de grote klimmers als Carlos Pauner, Gerlinde Kaltenbrunner, Hirotaka Takeuchi en de koreaan Park Jung Hun zien af van een tweede top.

Dit jaar is het al heel wat als het gelukt is om 1 top te bereiken. Uiteindelijk is er afgelopen weken maar 1 goed weather window geweest voor een toppoging: van 24 juli t/m 28 juli. In die dagen moest het gebeuren. En veel ploegen waren toen al afghaakt of waren op dat moment net niet klaar voor de top. Uiteindelijk stonden op de top van de G1 dit jaar 16 personen (er zijn geen klimmers meer voor G1 op dit moment en even ervan uitgaande dat er niemand meer volgt). Op onze topdag 13 man en de dag erna 3 personen. Op de G2 hebben we de aantallen niet helemaal kunnen bijhouden, maar het zullen tussen de 20 en 30 klimmers zijn.

Ondanks het slechte weer stonden op de top van de K2 (8611 m) trouwens nog nooit zoveel klimmers als in dit jaar: ca. 50 personen in 2 dagen. Maar het was dan ook een jaar met een record-aantal klimmers (meer dan 150!) vanwege het 50 jarig jubileum en er was een vast touw van BC tot de top.

Het is jammer dat de Gasherbrum II niet meer gelukt is, temeer daar de route daar nu volledig in orde was: van kamp 1 t/m kamp 4 een vast touw. Wat wil je nog meer als je snel naar boven wilt? Maar aan de andere kant voelt de beslissing goed dat we niet gegaan zijn. En dit gevoel wordt natuurlijk bevestigd door de beslissing van de andere teams. Het weer hier in BC was de afgelopen dagen weliswaar redelijk, maar toch is er op hoogte weer behoorlijk wat sneeuw gevallen en ook was de wind op grote hoogte te hard. Conclusie: ongeschikt klimweer de afgelopen dagen. En de weersvoorspelling voor komende dagen zet door met keiharde wind boven de 8000 m (> 20 m/s). Kortom: een goed gevoel dat we naar huis gaan. En je moet tenslotte ook tevreden zijn met wat je hebt: en dat is de top van de G1. En dat is niet mis, als je er nog eens goed over nadenkt. Als eerste Nederlanders op deze achtduizender! En verder zijn we ook trots op de manier waarop we de berg beklommen hebben: als eersten dit seizoen, waarbij we op alle trajecten keihard gewerkt hebben om het spoor en de route te maken. En ook is het een goed gevoel dat we uitstekend met het team van Ralf en Carlos samengewerkt hebben.

Het is een gek gevoel, dat iedereen nu vertrekt. Een beetje een lugubere sfeer bijna, die ontstaat, na alle bedrijvigheid hier op de morene van de afgelopen weken. We belden na terugkomst, de 27e 's morgens, met Hunza Guides dat de dragers konden komen voor ons vertrek. Er is op dit moment een grote vraag naar porters, gezien vooral de vele expedities die vanuit K2 terug willen naar de bewoonde wereld. We hebben dus niet al te veel druk uitgeoefend op Amir en zo kwamen we overeen om hier op 2 augustus te vertrekken. Maar nu betreuren we de druk niet opgevoerd te hebben. We willen naar huis! En het wachten duurt lang, zeker nu zo'n beetje iedereen hier vertrokken is. Enfin, er is weinig keus, en aan de ander kant, zo erg is het natuurlijk ook weer niet. Wat zijn nu 2 dagen? We zijn gezond en veilig terug!

Want dat is toch een essentieel gevoel van dit moment. Verder was de sfeer hier bedrukt, de afgelopen dagen in het basiskamp. Niets juichstemming, dat het na al die tijd eindelijk gelukt was om de top van G1 te halen door 3 ploegen. Van te voren hadden we al gefantaseerd over een feest na de top, maar niets van dat al natuurlijk nu, met een overleden klimgenoot. Persoonlijk kenden wij Jose niet goed. We hebben eel opgetrokken met het team van Carlos Pauner, maar dat was met het drietal Carlos, Raquel en Willi. Jose en een andere teamgenoot sloten zich pas eind juni aan bij het team van Carlos en zij hadden een heel ander klimritme. Uiteraard zagen we Jose meestal wel in het basiskamp als we bij Carlos waren, maar ook dan was het contact berperkt omdat hij alleen Spaans sprak.

Het ongeluk werpt weer vragen op als: wat is de zin van zo'n beklimming? Is dit het risico waard? Aan de andere kant vinden wij ook, dat als we heel eerlijk zijn, dat Jose erg onvoorzichtig is geweest door, de helling in 'te springen'. Maar goed, het risico ligt er wel, als je daar zo hoog op de berg bent. En euforie en verdriet liggen er zeer dicht bij elkaar, dat is helaas ook nu weer duidelijk geworden.

Ook gold dat voor de ijzersterke Pakistaanse hoogtedrager Qudurat, die eergisteren per helicopter is afgevoerd. Hij bleek dermate ernstige bevriezingen aan zijn voeten te hebben opgelopen tijdens onze topdag, dat hij moet vrezen voor zijn tenen. Hij kwam hier pas mee te voorschijn nadat we een dag gearriveerd waren in het basiskamp: zwarte tenen, vol met blaren. Vreselijk. Klimmen op hoogte is niet gezond, zoveel is wel duidelijk.

Met onze gezondheid gaat het gelukkig goed. Een tweetal dagen heel erg moe (en zeer onrustig slapen), maar dat hoort er bij. Henk heeft alleen maar last van een verbrand gezicht en vooral weer van de lippen. Ik heb tintelingen in een paar tenen, syptomen van zeer lichte bevriezingen (net als op Everest en Ama Dablam), maar de zenuweindjes groeien in een paar weken weer aan. Verder ben ik verkouden, door verminderde weerstand. Maar kortom, ons gaat het zeer goed.

Op de vraag "Wat wordt de volgende beklimming" zal dus opnieuw, zoals na de eerdere beklimmingen, geen antwoord komen. Ongetwijfeld komt er op een gegeven moment wel een antwoord, maar dat heeft tijd nodig.

Volgend expeditiebericht vanuit Skardu of Islamabad.





    
Wachten op de dragers
naar boven

Copyrights © 2004 Katja Staartjes / Henk Wesselius
Site made by Koome-webservices