Wij hebben gisteren de middag in kamp 1 goed doorgebracht. Eigenlijk vooral met uitrusten en sneeuwsmelten. Op hoogte moet je 1 ltr per 1000 m drinken, dus op 6000 m is dat al 6 ltr per 24 uur. Tijdens het klimmen zelf op hoogte drink je altijd te weinig, dus dat moet daarna nog eens extra aangevuld worden. We voelden ons verder goed: wat minder eetlust (door te weinig zuurstof gaat er minder bloed naar het spijsverteringskanaal, prioriteit bij hart, longen & hersenen) en wat hoofdpijn (door zuurstof- en vochttekort) maar verder alles ok.
Bij aankomst in een nieuw hoogtekamp moet je meestal oppassen: je bent nog niet geacclimatiseerd op die hoogte en met name het dan zeer actief gaan opzetten en inrichten van het tentenkamp kan je de das omdoen. Dus je moet dan echt rustig aan doen. Niet alles tegelijk. Prioriteit heeft: plateau maken, tent opzetten en verankeren in de sneeuw (met lange aluminium sneeuwankers en sneeuwzakken), sneeuw verzamelen en smelten. Maar andere zaken kun je beter even laten voor wat ze zijn tot je wat bent bijgekomen en iets gewend aan de nieuwe hoogte.
Ook sliepen we vannacht goed. Geen hyperventilatie, wat erg vervelend kan zijn omdat je er zo paniekerig van wakker wordt. Zouden we dan toch iets bewaard hebben van het hoogte-effect van de Ama Dablam (6856 m) afgelopen winter? Eigenlijk kan het niet, het hoogte-effect houd je maar 3 weken vast…. We hadden echter meer acclimatisatie-problemen verwacht dan tot nu toe.
Maar goed, het zegt allemaal nog niets. Op een achtduizender begint het allemaal pas boven de 7000 m, of eigenlijk beter gezegd: boven de 7500 m. En dan hebben wij nu nog het geluk dat 'onze' toppen maar net boven de 8000 zijn. Elke meter boven deze magische hoogte wordt kwadratisch zwaarder.
Daarnaast speelt natuurlijk de technische moeilijkheidsgraad mee op grote hoogte, waardoor een bepaalde route op een top van net 8000 toch lastiger haalbaar kan zijn dan een makkelijke route op een hogere achtduizend meter hoge berg.
We krijgen steeds meer informatie over het laatste stuk op de G1, wat bijzonder lastig blijkt te zijn. We hebben er eigenlijk nooit iets over gelezen, maar zowel Carlos Pauner als Andre Georges hebben ons hiervoor gewaarschuwd. Andre Georges is een Zwitserse berggids die de G1 dit jaar voor de 3e keer probeert: tot twee keer toe is hij gestruikeld op het laatste stukje voor de top.
Wie weet dat het feit dat er dit jaar veel sneeuw ligt, in dit geval in ons voordeel zou kunnen zijn, omdat daarmee het laatste stuk mogelijk minder verijsd is.
Vanmorgen stond de wekker op 3 uur, vertrek bij het eerste daglicht hier: om 4 uur. We hadden na de tegenvallende route van gisteren besloten voor de afdaling de lawine-gevaarlijk route langs de gletsjer te nemen, onderaan de zuidwand van de G1. De route dus die ook het Spaanse team en het internationale team van Andre Georges aanhielden. Bovendien was een groot voordeel van deze route dat ons kampje direct aan het spoor ligt. We hebben ons kamp 1 nl niet ingericht op het grote gletsjerplateau, maar iets hoger op een klein plateautje van 6000 m tegen de westwand van de G1 aan. Voordeel: we staan beschut tegen de wind maar vooral is er geen lawinerisico.
De route van vanmorgen was een succes: in ruim 1 uur waren we bij ons depot op 5500 m. Gisteren deden we dus 7 uur over dit stuk omhoog, via de route midden over de ijsval van de gletsjer. De route van vanmorgen traverseert door de wand langs de gletsjer, waardoor je snel door kunt lopen omdat je niet de hele tijd hoeft op te passen voor spleten. Ook was de sneeuw vanmorgen voor het eerst wat harder (lagere temperatuur) zodat we niet de hele tijd wegzakten. Zeer aangenaam. Tsja, en dan het lawinerisico. Op 5 plaatsen loop je die kans in deze route. Maar hoe groot is die kans? Geen cijfers, maar hoe later op de dag, hoe groter de kans. Gisterenmiddag is er nog een giga-lawine naar beneden gekomen die we niet zouden hebben overleefd: er was niets meer over van het spoor van de andere teams. Klauteren over grote sneeuwbrokken, was wat er restte.
Wij vonden de route toch geslaagd, maar Sajjad en Amin delen deze mening niet. Zij zien meer in het 'uitwerken' van de route over de gletsjer, ook al maakt die voor ons kamp een omweg en duurt de tocht dus langer. Tsja, het is afwegen van de risico's. We zullen dus nog bepalen hoe we voortaan lopen.
Het is waar dat als je een route voor het eerst loopt over de gletsjer, deze veel gevaarlijker is dan wanneer het pad al gebaand is. Dit in combinatie met de vele sneeuw en hoge temperatuur van nu, maakt waarschijnlijk ook dat ik de Gasherbrum-ijsval als gevaarlijker beoordeel dan de Khumbu-ijsval van de Everest. Constant ligt het vallen in een gletsjerspleet op de loer. Een subjectieve gewaarwording van dit moment, want objectief gezien is de Khumbu-gletsjer veel gevaarlijker.
Dat de route makkelijker wordt als er meer klimmers overheen zijn gegaan bleek vanmorgen al in het onderste deel van de ijsval: dat was een fluitje van een cent. Alle zwakke plekken in de route zijn zichtbaar en je ziet behoorlijk goed waar je je voet wel en niet neer kunt zetten. Dus dat stemt optimistisch voor de komende tijd.
Wat betreft het weer: vanmiddag en vannacht heeft het gesneeuwd, maar nog steeds niet de hoeveelheden die voorspeld zijn. Tijdens de afdaling dreven dreigende wolken binnen, maar inmiddels schijnt er weer een zonnetje. In principe vertrekken we weer naar boven op dinsdagmorgen de 22e. Maar als het weer het toelaat en we voldoende hersteld zijn, vertrekken we echter al maandagmorgen zeer vroeg richting kamp 1 om vervolgens kamp 2 op de G1 in te richten. We hebben er voor gekozen om te beginnen met de G1, gezien de slechte omstandigheden op de G2 (enerzijds veel sneeuw, anderzijds is er op de graat tussen kamp 1 en 2 heel veel sneeuw uitgebroken en resteert er veel lawinegevaar).
Wij kunnen ons de keuze te beginnen met G1 permitteren omdat we twee toppen voor ogen hebben. De meeste expedities hier hebben deze keuze niet: zij zijn voor de G2 gekomen en hebben maar zeer beperkte tijd voor de beklimming. Dus we zijn benieuwd wat er de eerstkomende twee weken gaat gebeuren op de G2.
Voor de beklimming van de G1 gaan wij samenwerken met het Spaanse team van Carlos Pauner. Morgen bespreken we de klimtactiek en hoe we de vaste touwen gaan aanbrengen in het Japanse couloir. Tot zover vandaag.
P.S. We hebben itt de verwachtingen nauwelijks foto's genomen gisteren, op onze tocht naar boven. En helaas ook geen spectaculaire...
| |
|