Afgelopen nacht was het helder, -7 graden in onze tent en er waaide een forse wind. Precies wat we nodig hebben. Voor het eerst toen we vanmorgen een voet buiten de tent zetten, was de sneeuw hard. Eindelijk de broodnodige kou zodat de omstandigheden op de gletsjer kunnen verbeteren. Vanavond gaan we inderdaad omhoog naar kamp 1 om vervolgens op de 30e juni kamp 2 (6500 m) in te richten en hier nog 2 nachten door te brengen. Als alles goed verloopt natuurlijk, want dit is een optimistische planning. Niet zozeer vanwege het weer: de weersvoorspelling t/m 2 juli is goed, op de 4e zou de volgende slechtweer periode aanbreken.
Waarom onze planning optimistisch is? Gezien de sneeuwomstandigheden. Afgelopen nacht zijn de eerste klimmers omhoog gegaan: alleen nog naar ABC, het Advanced Base Camp op 5500 m. Dit is onze depotplaats, maar een aantal ploegen heeft hier een extra kampje gemaakt. De ervaren Rajab en Mehrban Shah met nog 3 hoogtedragers van onze buren, de Singaporese groep hebben een spoor gemaakt tot 5500 m. Ze hebben hier maar liefst 7 uur over gedaan. De omstandigheden waren zeer moeizaam: heup- maar meestal okseldiepe sneeuw en daarnaast de niet zichtbare gletsjerspleten. Een extra onaangename verrassing bleek echter bij aankomst daar: 2 van de 4 tenten van de Singsporezen zijn volledig verwoest: stokken gebroken en tentdoek gescheurd. Hoe zou het met onze tenten zijn in kamp 1?
Een aantal ploegen voor kamp 1 vertrekt komende nacht, waaronder dus ook wij. Tot 5500 m ligt er nu dus een klein spoor. Daarna zal het vooral bikkelen worden voor de eerste ploeg. De Spanjaarden gaan rechtsom (dus langs de gletsjer, onder de lawinegevaarlijke hellingen door). Wij bepalen morgen wat we doen, afhankelijk hoe e.e.a. er uit ziet en naar aanleiding van onze ervaringen tot 5500 m.
We hebben net een wat moeizame discussie met Amin en Sajjad achter de rug. Het komt er op neer dat zij vanavond nog niet willen vertrekken. Of eigenlijk lijkt de situatie zich telkens te herhalen: zij willen het spoor volgen van door hen bekenden (lees dorpgenoten, liefst Rajab). Wij vinden dat we het echter niet kunnen maken, om eerst te wachten tot ploegen, die veel later dan wij gearriveerd zijn in BC en die dus minder geacclimatiseerd zijn dan wij, het spoor gemaakt hebben. Er moet werk gedaan worden, en daar moeten wij ons aandeel dus ook in nemen.
Maar dat de mannen weinig gemotiveerd zijn, is duidelijk, en dat is op zijn zachtst gezegd zeer vervelend dus. Wat doorpraten leverde nog het volgende op: dat Sajjad niet vooraan wil lopen om het spoor te maken naar boven. Dat behoort volgens hem niet tot de taken van een high altitude porter. Tot nu toe was dat inderdaad gebeurd, omdat hij de zwaarste is en hij de gletsjer ook kent. Duidelijk is dus dat Henk en ik morgen afwisselend voorop gaan. Wij houden een wat vervelende nasmaak over aan ons gesprek met de mannen.
Andre Georges had ons laatst gezegd dat Sajjad buikpijn krijgt zodra het lastig wordt bij het klimmen. We namen deze opmerking niet serieus, maar mogelijk is dit dus toch waar. Tsja, wat doen we met deze situatie? We laten het maar even bezinken. Die mannen moeten ons helpen, geen blok aan ons been worden, dat is wel duidelijk. En als het zo is wat zij zeggen: namelijk dat ze alleen lasten voor ons hoeven te dragen, waarom zouden we ze dan mee laten gaan naar de top? Wat ze zo dolgraag willen? Dan hoeven ze immers niets voor ons te doen. Die kilo's naar de top hebben we altijd nog zelf gedragen, dus ook nu. Wel wordt dus steeds duidelijker dat deze hoogtedragers inderdaad geen sherpa's zijn. Amir had ons het ook zeer duidelijk gezegd van te voren.
Gisteren zijn we al druk bezig geweest met alle logistieke voorbereidingen: bepalen hoeveel maaltijden, thee, gas etc. er mee moeten naar boven. Ook gaan nu al materialen mee omhoog die we pas later tijdens de klim nodig hebben: donshandschoenen, topvlaggen etc. En natuurlijk gaan er twee tenten voor kamp 2 en 200 m vast Dyneema-touw mee omhoog. Verder nemen we een extra dynamisch klimtouw mee, indien we alle vier in alpiene stijl boven kamp 2 moeten klimmen of moeten abseilen. Daarnaast moet er ruimte in onze rugzakken overblijven om de plunjebaal van de depotplaats te verdelen. Achteraf is dit depot geen goede zet geweest. De insteek was dat Sajjad en Amin een keer extra heen en weer zouden gaan vanuit kamp 1 naar beneden om het depot leeg te maken. Maar met de gevaarlijke gletsjer en het daaropvolgende slechte weer is dat er natuurlijk niet van gekomen. Nu is het eigenlijk alleen maar lastig dat die zak op 5500 m ondergesneeuwd ligt. Tot zover.
| |
|