En daar zitten we dan weer: in het basiskamp. We voelen ons sterk, het weer vandaag en gisteren is redelijk (bewolkt, maar geen wind). En juist daardoor viel het niet mee om weer naar beneden te moeten zonder het gehoopte resultaat. En toch was er geen andere keus, met het lawinegevaar en de veel sneeuw in de route. Voor ons is deze ervaring nieuw, dat we op expeditie zijn en er diverse malen teruggekeerd moet worden vanwege de sneeuwcondities of het slechte weer. Wel hebben wij uitgebreide ervaringen dat er niet geklommen kan worden vanwege een haperende gezondheid (gebitsontsteking, enkelverzwikking, bronchitis), maar dat was eenmalig, niet terugkerend. Henk heeft wel eerder meegemaakt dat hij tijdens de topdag van de Everest op 8600 m moest omdraaien wegens een intredende storm. Er kwam geen nieuwe kans. En dat moet je dan kunnen accepteren (wat Henk goed kan, mij zou dat denk ik veel meer moeite vergen).
Dit keer vraagt deze expeditie niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk, om een lange adem.
Het liefste zouden we een geplande toppoging trouwens helemaal niet melden en pas als het gelukt is, dat vertellen. Henk houdt al helemaal niet van poespas en ik ben gewend om als ik zeg dat ik iets ga ondernemen, ik het ook doe (en het dus lukt). Het valt mij dus zeer zwaar om tot twee keer toe te moeten melden, dat een toppoging mislukt is. Hoewel ik natuurlijk als geen ander weet, dat juist in de bergen het leven niet meer controleerbaar is, en dus je geen garanties kunt geven. Dus dit hoort er bij (ik ben het alleen niet gewend)
Een hele hoge berg in expeditiestijl beklimmen: je moet diverse keren op en neer. Als eerste om te acclimatiseren en ten tweede voor de logistiek: om de kampen op te zetten en te voorzien van branders, gas, maaltijden, klimmateriaal etc. Maar als dat allemaal in orde is, wil je naar de top. Als het dan tegenzit, wordt het echt een klus om 'weer' naar boven te gaan. Wij beginnen de berg dan te zien als "iets wat gedaan moet worden". We zien in de loop van de tijd ook steeds meer op tegen de koude en barre omstandigheden hoog op de berg. Je kunt je hier voor een zekere tijd voor open stellen en op concentreren, maar daarna moet het afgelopen zijn. En het liefst met het gewenste resultaat (de top), dan zijn alle ontberingen niet voor niets geweest.
In de kop van een interview met mij heeft onlangs gestaan: "Ik wil me alleen bezighouden met de berg". Het stond echt zo in de krant (ik ging door de grond), maar die uitspraak is niet van mij afkomstig. Wat ik wel aanhang: je kunt een hoge berg alleen beklimmen als je 100% gefocust bent op die berg. En dat geldt helemaal als het tegenzit. Maar dan wordt het juist steeds moeilijker. In het begin van een expeditie is het heerlijk om je maar met 1 ding bezig te hoeven houden. Een luxe bijna, maar aan het eind van de expeditie (en zeker met tegenslagen) wordt het bijna een last. Dan wil je dat het over is en je naar huis kunt. Naar alle luxe die voor ons in Nederland zo gewoon is: de krant, een douche, vers fruit, zuivel, vis, vlees en een lekker bed.
Het zou trouwens wat worden zeg, wanneer ik me in Nederland ook alleen maar met een berg zou willen bezig houden. Sterker nog, met name na elke expeditie heb ik sterk de behoefte om weer wat nuttigs te doen. Want hoe je het ook wendt of keert, het beklimmen van een berg is natuurlijk een sterk egogerichte bezigheid. Behalve misschien de economie in het land ter plekke, dient het geen enkel maatschappelijk doel.
Goed, en dan hadden we het net nog maar over 1 berg. Wij zijn hier gekomen om twee bergen te beklimmen: de G1 en G2. We concentreren ons op dit moment volledig op de G1. Eerst maar eens die top. Dat zou een hele prestatie zijn, dat durven we inmiddels wel te stellen. Daarna zien we wel hoeveel tijd er nog is, hoe we ons voelen en hoe de situatie is op de Gasherbrum II. Wat dat betreft wordt er inmiddels wel wat voortgang gemaakt. Er zijn diverse grote commerciële expedities hier die er allen belang bij hebben de top van G2 wel te halen, ook al is de situatie op de berg zeer gevaarlijk met alle overhangende seracs. In tegenstelling tot het handjevol klimmers op G1 zijn er op G2 inmiddels tientallen klimmers actief. Kamp 2 is ingericht en daarboven is een stuk vast touw aangebracht. Maar ook op deze berg dit jaar dus nog geen kamp 3, laat staan een topsucces. We zijn dus niet de enigen die geduld moeten betrachten. De komende weken zal blijken of de twee bergen de klimmers goed gezind zijn en hen toelaten op hun top.
| |
|